- N,m4,h3,6 -

 

 

 

 

GEVAARLIJKE  SITUATIES

 

 

 

Het nerveus getrappel en gestamp van de paarden klonk hol in de twee kilometer lange Antwerpse Scheldetunnel. Edmond had de afstand reeds voor de helft te paard afgelegd en bevond zich nu op het diepste punt van de tunnel, meer dan dertig meter onder het waterniveau. Was deze doorgang, die amper zeven jaar bestond, wel sterk genoeg om de Duitse bombardementen te trotseren? Edmond gruwelde bij de gedachte dat het water zou binnenstromen, waarbij alle manschappen en paarden zouden verdrinken.
In de verte hoorde hij de bommen aan de uitgang ontploffen. 't Was eigenlijk een kat en muisspel. De Duitsers beschoten de uitgang en de Belgische artillerie trachtte er stuk na stuk uit te geraken zonder getroffen te worden.
Om de minuut verliet een gespan met kanon de tunnel en kon Edmond, gezeten op zijn lievelingspaard Stropke, een beetje vooruit rijden. Iedere keer een beetje dichter naar het gevaar toe. Door de helling naar omhoog hadden de paarden het nu moeilijker om de kanonnen vooruit te krijgen. Het telkens stoppen en terug vooruitsleuren matte hen af. Op honderd meter van het angstaanjagend gat dacht Edmond nog eens aan zijn vrouwtje. Hoe gaarne zou hij haar in zijn armen sluiten. Ze had reeds een kind van hem gewild, maar hij had geweigerd wegens de voortdurende oorlogsdreiging. Met haar mooie, groene ogen had ze regelmatig getracht hem van gedachten te doen veranderen. Maar dan had hij haar liefdevol omhelsd en zachtjes op de mond gekust.
Met het bevel "houd u klaar" schoot hij wakker uit zijn zoete droom. Vóór hem was dat groot, gapend gat. En daarachter de hemel en de kapotte weg. Met open mond zag hij hoe de kameraden vóór hem in een helse galop hun paarden laveerden tussen de inslagen van de bommen. Veel tijd om zijn schrik op te drijven had Edmond echter niet. Links van hem keek de commandant op zijn uurwerk en telde de zestig seconden af.
"Houd u klaar! ... Galop!", brulde hij.
Edmond stormde met zijn paarden en kanon het gat uit. 't Was precies een andere wereld waarin hij terecht kwam. Surrealistisch. Lopen, lopen en nog eens lopen. Lopen om te leven. Later zou hij van zijn vriend horen dat een bom hem bijna had getroffen. Maar nu was er niets anders dat telde dan roepen. Roepen om zijn paarden tot het uiterste te drijven. "Ju, ju, Strop, ju, allez ju!", schreeuwde hij voortdurend, terwijl hij rechtop in zijn stijgbeugels stond, het lichaam naar voren gebogen en de teugels losjes in beide handen. Stropke heeft toen voor de zoveelste keer met het uiterste van zijn krachten het leven van zijn meester gered.

Later kwamen ze aan een rivier waarover een brug lag. Toen Edmond er over reed, waggelde ze zodanig door het gedaver van de bommen die er rond vielen, dat hij, die niet kon zwemmen, uit schrik beloofde om zijn kinderen later zwemlessen te laten volgen.
En die belofte heeft hij nadien gehouden.

i