- N m11 h17,8 -

 

 

Dit was eigenlijk zijn eerste bevel als officier.

 

Nu en ook later viel het op dat al zijn bevelen in het belang van zijn medemens en zijn manschappen waren. Meestal eenvoudigweg om hen te helpen. Eigenbelang speelde geen rol. In feite bleef hij steeds de leus trouw die op zijn scoutsriem stond: 'Steeds Bereid'. Bereid om goed te doen voor alle levende wezens waarvoor hij verantwoordelijk was; bereid om te strijden tegen wie of wat ze leed of geweld wilde aandoen.

 

Koperen gesp van henry’s scoutsriem met de leus “Steeds Bereid”.

 Hij droeg die bij de scouts van z’n 5e tot z’n 17e jaar.

 

 

Na onderzoek bezorgde de instructeur de arme korporaal een "kontekletser", waarvan de riem langer was. Dat was zo'n oud model van parachute, die werd aangegord, zodat hij achter het zitvlak hing. Daarna kropen ze bij de anderen op de twee lange banken langs de zijwanden, waarin kleine venstertjes ze nauwelijks enig zicht naar buiten gaven. De instructeur stond rechtop, achteraan, nabij de staart. Na het opwarmen van de motoren, taxiede het toestel over de landingsbaan en kroop moeizaam de lucht in. Alles rammelde. 't Was precies alsof de kist in stukken uit elkaar dreigde te vallen. De luchtdruk verminderde naargelang ze stegen. Enkelen drukten de handen op hun pijnlijke oren en begonnen grimassen te trekken. "Gelukkig dat ik biologieles kreeg," dacht henry, "dank u, atheneum en eustachiusbuis!" Hij slikte zelf even, stond recht en ging naar hen. "Ge moet slikken! 't Zal klikken!" riep hij. "Wat? Wat?" riepen ze terug, terwijl ze een hand schelpvormig aan een oor brachten. Hun mond bewoog als een vis, maar 't was duidelijk dat ze hem niet verstonden. Die rammelkist maakte elke conversatie onmogelijk. "Hoe die para's dat doen," zuchtte hij, "maar, ja, die kennen dat al, hé." Hij moest van man tot man kruipen om het rechtstreeks in hun oor uit te schreeuwen: "Ge moet regelmatig eens slikken! Slikken!" Ze knikten. Waren hem dankbaar.

 

Daarna mocht hij van de instructeur per uitzondering in de cockpit, na uitdrukkelijke toelating van de piloot. Of hij dat te danken had aan zijn hulpvaardigheid heeft hij nooit geweten. Maar het panorama dat hij in die stuurcabine, rechtopstaand achter de piloot, door het koepelvormig tralievenster kon bewonderen, is hem steeds bijgebleven: hij stond midden in de wolken. Grote, witte, pluchen sferen gleden links, rechts, boven en onder hem voorbij. Maar 't was net andersom: hij voelde zich nietig als een kaboutertje dat in Wonderland onder een blauw gewelf door gele zonnestralen en grote, sneeuwwitte wattenproppen wandelde.

i