- N m22h72,1 -

 

 

 

 

 

V Z W

VERENIGING  ZONDER  WINSTGEVEND  DOEL

 

 

 

 

 

Eerlijkheid is een deugd bovenaan in het vaandel van henry. Mensen bedriegen of beliegen, daar had hij het grootste misprijzen voor. Hij kon zich zelfs moeilijk voorstellen dat zoiets onder de kunstenaars bestond, althans dat was nog zijn mening in het begin dat hij met Timi was getrouwd. En in een van die dagen was hij met haar verzeild geraakt in een groep jonge kunstenaars. Kwestie van Timi een beetje op de hoogte te brengen van wat kunstenaars zoal doen. Eén van die gastjes deed plots een oproep om zijn pas opgerichte vzw te steunen. En in korte tijd had hij een tiental belangstellenden. Ook henry wilde wat meer over die vzw weten en kreeg ook een uitnodiging voor de allereerste vergadering.

 

Het was een middelgrote zaal en toen henry en Timi er binnenwipten, zaten er al zowat acht jonge kunstenaars in allerlei houdingen verspreid op de harde stoelen. “Ha! Onze officier is daar,” zei de hyperjonge voorzitter van de vzw duidelijk voldaan en henry vroeg zich af vanwaar dat gastje die inlichting had gekregen, “dan kunnen we beginnen. Aan deze hoofdtafel zitten links en rechts van mij de medeoprichters van onze nieuwe vzw en het is mijn bedoeling u op deze eerste samenkomst onze doelstellingen in het kort uit te leggen.” Tussendoor passeerde een lijstje waarop elke aanwezige zijn naam moest invullen. Na zo’n twintig minuten werd met een goedkoop flesje wijn en enkele plastieken bekertjes de uitleg van de voorzitter bezegeld. Daarna verdwenen hij en de oprichters van de vzw met stille trom en henry heeft ze nooit meer weergezien. Geen enkele samenkomst meer, in geen jaren meer.

 

Later vernam henry dat er onder het neocommunisme in België zeer veel vzw’s ontstonden, onder andere van bedenkelijke godsdienstgroepen, maar voornamelijk in de wereld van kunsten en cultuur, en dat een groot deel daarvan gesubsidieerd werd en dus kon teren op het belastinggeld van Jan en alleman. En hoewel elke vzw nooit tot doel had om winst te maken – de naam van de vereniging zegde dit zelf – werd er over de profijten van de leden weinig nieuws vrijgegeven. Geen transparantie. Menige belastingbetaler vroeg zich dan ook af waarom zijn geld moest dienen om nutteloze verenigingen in stand te houden, verenigingen die bij het publiek onvoldoende of geen belangstelling wekten en daardoor van hun entreetickets niet konden blijven leven. Dit stond in schril contrast met bijvoorbeeld een middenstander, die enkel kon blijven bestaan als zijn koopwaar voor het publiek interessant was.

 

De grote vraag bleef dus: waarom gaven de neocommunistische politiekers zoveel geld aan dergelijke vzw’s…?

 

 

 

 

 

 

* * * * * * *

i