- N m7 h11,11 -

 

 

 

 

D A N S E N

 

 

 

't Was zaterdag in de late namiddag en henry liep reeds vijf uur lang achter zijn grote, bruine, eiken bureau luidop te studeren. Nu zat hij weer neer. Het breed, groen bord aan de muur achter hem had hij met wit krijt vol geschreven met wiskundige bewerkingen en gegevens van biologie, scheikunde, geschiedenis en aardrijkskunde.  Hij klapte zijn schrift van de Nederlandse literatuur dicht en bekeek nog eens het lijstje met de titels van boeken, die hij tegen het einde van het schooljaar moest gelezen hebben: tien Nederlandse, drie Middelnederlandse, vijf Franse, drie Engelse en één Duitse. Ordelijk zoals hij was, had hij de titels gebarreerd van de boeken, waarvan hij al een samenvatting had gemaakt. Hij nam zich voor om de volgende week De Leeuw van Vlaanderen van Hendrik Conscience aan te schaffen. Maar voor vandaag was het genoeg. Hij was al een tijdje achttien jaar en had hiermee de leeftijd bereikt waarop hij in de dancings binnen mocht. En daarvan ging hij nu gebruik maken.

Hij keurde zichzelf in de spiegel: een vlekkeloos wit hemd, een bordeauxrood gevlamde zijden das, een koffiemelkkleurig kostuum, donkere kousen en glimmende, zwarte schoenen. Daarna nam hij afscheid van zijn ouders en met een rond-twaalf-uur-ben-ik-thuis-belofte wipte hij de deur uit. Hij wist dat de dansgelegenheden open waren van acht uur 's avonds tot twee uur 's nachts en dat de meeste bezoekers reeds om één uur vertrokken waren. Kwestie van 's anderdaags fit te zijn voor hun studies, voor de kerk,...

De drie boezemvrienden van het atheneum waren tijdig op het trefpunt: "den henry", "den Jo" en "den Eddy", respectievelijk met een zwarte, blonde en roste haardos. "Kijk, daar loopt de Belgische vlag!" werd er soms geroepen, toen ze de Kuiperskaai naderden. Daar waren dancings genoeg: De Zolder, De Kelder, De Weinstube,...

De duistere dansvloer, het kleurenspel van de lichtstralen, de warme, draaiende meisjeslichamen in hun rondzwiepende rokken, de wulpse sigarettenrook, dat alles overrompelde henry. Zijn kunstziel stond open voor het schone, voor mooie meisjes. Tegen de muur stonden tafeltjes met stoelen. Daar zaten enkele koppeltjes. Hij ontwaarde een eenzaam, knap meisje. Eenzaam tussen al dat volk. Van zodra de jukebox een volgend lied bracht, schoot hij zich naar het meisje. "Juffrouw, wilt u met mij dansen?" vroeg hij beleefd, terwijl hij lichtjes voorover boog en ondertussen hoorde dat het lied een slow in luidde. Ze glimlachte, stond recht en drukte haar sensueel, broeierig lichaam tegen het zijne. Haar slanke vingers strengelden zich om zijn hand. Kalm blijven en mijn verstand gebruiken, dacht hij. Over haar schouder heen zag hij in een donkere hoek drie jonge vreemdelingen.

De slow werd gevolgd door een bebop en daarna bracht henry het meisje naar haar plaats terug. "Dank u, Rita", zei hij en schoof haar