- N m7 h11,12 -

 

 

 

 

 

 

stoel bij. En zo ging het verder, dans na dans. Een uur later vertrok hij met zijn vrienden naar het Chalet du Sud in het Zuidpark. Te voet, 't was toch niet ver. 't Chalet du Sud was duur, maar een pracht van een dancing: een cilindervormig, laag gebouw in steen met een rieten dak, precies een grote negerhut, met ernaast twee tennisbanen. Binnen was er een klein podium voor een orkestje van drie man, in 't midden een ronde dansvloer waar omheen de meisjes en de jongens zich verdrongen voor de volgende dans, en rond dit alles een muurtje met er achter zitgelegenheid voor de vrijende koppeltjes. Met het dienblad vol frisdranken hoog boven het hoofd laveerden de stijlvolle kelners met moeite door de opeengepakte jongelui.

Kortom, het Chalet was ideaal voor een dansavond van de jeugd en henry was er regelmatig op zaterdagavond te vinden. Op een kwartiertje afstand van zijn ouderlijke woonst. Soms toerde hij wat verder rond in de dancings op en rondom de Kuiperskaai. Omstreeks twaalf uur 's nachts keerde hij dan terug naar huis en kocht onderweg van het frituurtje aan de Sint-Lievensbrug een zak frieten met mayonaise. Tegen dat hij thuis kwam, was die puntzak gans leeg. Dát kon smaken en het water kwam nog in zijn mond als hij er later aan terug dacht. Het was een heerlijk leven en het sterkte hem om de week nadien dubbel zijn best te doen voor zijn studies.

Maar enkele jaren nadien verdwenen deze uitgaansmogelijkheden voor de jeugd. Het Chalet du Sud brandde uit. En de Kuiperskaai werd onveilig, waardoor de Gentse jeugd er weg bleef. Het begon allemaal met een misdrijf door enkele allochtonen, die toen in Gent nog zeldzaam waren: op een avond stapten enkele uit het buitenland afkomstige jongens een dancing op de Kuiperskaai binnen. Tussen al het volk zat een jong koppeltje aan een tafeltje. Het meisje danste regelmatig, enkel en alleen met haar jongen. Eén van die vreemdelingen kreeg belangstelling voor het meisje en stapte na een tijdje recht naar haar toe. Maar het meisje wilde niet met hem dansen. De allochtoon was woedend en verliet met zijn maten de dancing. Na dit incident danste het koppeltje nog een tijd, waarna het de dancing verliet. Buiten, in de donker, stonden de allochtonen hen echter op te wachten. Ze grepen de jongen vast en wierpen hem aan de overkant van de straat in de Schelde, waar de hoge, steile oevermuren hem verhinderden uit het water te geraken. Het voorval werd in gans Gent druk besproken en de meisjes durfden niet meer naar de Kuiperskaai gaan dansen.

Dit betekende het einde van een gezellige Gentse uitgaansbuurt: één voor één verdwenen de dancings bij gebrek aan bezoekers.

Vier decennia later trokken onverstandige of te jonge linkse politiekers door hun egoïsme of gebrek aan ervaring uit zulke incidenten geen gepaste conclusies...

i