|
Enkele maanden
na de sigarettenaffaire besloot vader Edmond voor
henry een fiets te kopen. Door de weinige auto's op de weg was het fietsen in
Gent tamelijk ongevaarlijk. Samen waren ze de nabijgelegen velowinkel
binnengestapt en Edmond had er een fiets op maat
besteld. "Al de velo's die hier ophangen, zijn wel goed, maar 't moet nóg een betere zijn," verduidelijkte hij met
rondzwaaiende armbewegingen, "zodat hij gans zijn leven kan meegaan. Eén
die ge zelf met de beste stukken samenstelt, met
alles erop en eraan, een sterke, één uit staal! 't Mag geld kosten!" Edmond kende goed de fietsenmaker, een oude rat in zijn
vak. Een week later en nadat hij het verkeersreglement had geleerd, reed
henry reeds met zijn blinkend, stalen paard naar het
atheneum.
Op een dag reed henry na de lessen naar huis, passeerde het Belfort en de
Sint-Baafskathedraal en reed op de Limburgstraat
bergaf langs de tramlijn. Achter het standbeeld van Lieven Bauwens verscheen
plots de neus van een kleine Citroën, waardoor henry voorzichtig zijn
snelheid verminderde. Nochtans, volgens het reglement reed hij op een
voorrangsweg met tramrails. Hij zag dat het tweepeekaatje
stil bleef staan en dus trapte hij gezwind verder.
Op het moment dat hij bijna voorbij was, schoot de wieg vooruit. Pats, tegen
zijn achterwiel en henry trachtte nog zijn evenwicht te houden, maar smakte
een eindje verder tegen de grond.
Hij kroop recht en bekeek vlug de schade. De wieg, waarin slechts één vrouw
zat, stond nog ter plaatse. Zijn fiets was beschadigd, zijn kostuum was hier
en daar gescheurd, zijn vulpen liep uit,... Op het
moment dat hij naar de vrouw in de auto wilde gaan, gaf ze plankgas en
verdween uit het gezicht. Nog net kon henry haar autoplaat en het adres van
een getuige noteren. Met kapotte kleren en een gedeeltelijk herstelde fiets
reed hij daarna naar huis. Daar vernam zijn vader dat de aanklacht moest
ingediend worden op het commissariaat van het Rond Punt. Dat viel slecht voor
henry, die om studieredenen zijn tijd juist erg nodig had. Maar klagen hielp
toch niet. Dus vader met zoon per tram naar het Rond Punt.
Op het commissariaat telefoneerde de ondercommissaris direct naar de vrouw
die vluchtmisdrijf pleegde. Toen ze hem in 't Frans
antwoordde, steeg ook de interesse van de commissaris, die, van zodra hij
hoorde dat ze bovendien een gravin was, het kantoor van de ondercommissaris
opnieuw binnen stapte en vader Edmond gebood om
buiten te gaan en in de gang te blijven wachten. Alzo
bleef henry, een jonge Vlaamse puber, alleen en zonder steun achter om zijn
rechten te verdedigen tegenover een Franskiljonse gravin. Vooraleer naar zijn
eigen bureau terug te keren, gelastte de commissaris de ondercommissaris om
de zaak grondig te onderzoeken en hem voortdurend op de hoogte te houden.
|
|