- N m9 h14,5 - |
||
|
||
middenplaats met het gordijn dicht te doen en begonnen zich om te kleden. Juist op tijd, want op dat moment was hun vader de trap afgestormd en stuikte in de middenplaats binnen. -- Pa, niet binnenkomen, hé, we zijn ons aan het kleden, riepen dan beide broers van weerskanten. -- Ja, maar, dat moet hier stiller worden, hé! klonk het hulpeloos. Zo kan ik niet slapen, hé. En uw ma ook niet. -- Ja, pa, klonk het dan vanachter beide gordijnen. We wilden ook juist gaan slapen. 's Anderendaags moest het ganse gezin er telkens om lachen. En 't moet gezegd: door gebrek aan lolletjes gebeurde dit natuurlijk niet elke dag.
EEN FAMEUS MOPJE... Maar nu terug naar de 'Wispelbergstraat'. Daar dacht henry vlug na welke grappen geschikt waren voor deze pubermeisjes. Het lukte hem bijzonder goed: ze moesten er telkens om lachen. Na een drietal moppen, keek hij eens naar zijn polshorloge. Waar bleef toch die schoolbel? -- Kent ge nog een lolleke, mijnheer? -- Eh... Ah, ja, nog ééntje. 't Was blijkbaar een tamelijk goede, tenminste, ze lachten er toch hartelijk om. Maar nu was zijn 'repertorium' toch uitgeput. Waar bleef toch die bel? Volgens het horloge nog drie minuten. -- Kent ge nog eentje, mijnheer? Allee, toe. Hij pijnigde zijn hersenen. De gezichten van de meisjes waren hoopvol naar hem gericht. Of hij nog eentje kende. Neen. Of toch. Plots herinnerde hij zich een mop die een vriend hem nog maar pas de dag voordien had verteld. Zijn vriend had bij die mop een tekeningetje gemaakt. Een dom schetsje. Een flauwe mop, vond hij. Hij had er eigenlijk maar met gelachen om zijn vriend een plezier te doen. Maar kom, hij kon er die laatste drie minuten toch mee vullen, dacht hij, en dat was 't voornaamste.
Hij ging naar het bord, nam een stuk krijt en begon te schetsen en te vertellen. Bij het einde van de mop proestten de meisjes het uit van het lachen. Hij begreep het niet goed. Dat hij met zo'n onnozel mopje zoveel succes had, kon hij niet geloven. -- Als het straks kerstnacht is, kunt ge dat mopje gerust eens aan uw ouders vertellen. Dan kunnen ze er ook eens goed mee lachen, voegde hij er nog vlug aan toe terwijl de schoolbel luidde.
DE SPIN BEKRUIPT HAAR PROOI Na twee weken kerstvakantie stapte henry de 'Wispelbergstraat' binnen en was nog maar net aan de trap gekomen, toen hij de hem welbekende stem hoorde. -- Mijnheer henry! Kom eens hier! -- U hebt mij geroepen, mevrouw de directrice? vroeg hij, terwijl hij de deur van haar bureau op een kier opende. -- Ja, ja, kom binnen en ga zitten. |
||