"Het wordt nu wel een
beetje moeilijker. Wie kan daar nu nog wat aan toevoegen?" Na een
dikke minuut, wil de slimste van de klas zijn kans wagen. "Ja, Rikske, kom maar naar voren." En het baaske tekent er nog twee gebogen lijntjes bij.
"Wat is dat?" vraagt de onderwijzer verbaasd. "Dat is de
klok die boven in onze kerk hangt, meester."
|
|
"En nu wordt het héél
moeilijk. Wie kan daar nu nog wat bijtekenen?" Jefke,
het sloeberke van de klas, stapt meteen naar het
bord toe, maakt een zwierige lijn en zegt: "En dat is nu mijn
grootvader die in de badkuip naar zijn zeep aan het zoeken is."
|
|