- 096 - |
||||||
HOOFDSTUK XVI RESERVEOFFICIER BIJ DE ZEEMACHT - EERSTE MAANDEN - - OPLEIDING - |
"Geen rechten enkel plichten"
|
|||||
WAAROM KANDIDAAT-RESERVEOFFICIER ? Terwijl
de sneltrein door het winterlandschap naar Brugge raasde, bekommerde henry
zich over het lot van zijn vrouw, van wie hij kort voordien afscheid had
genomen. Wanneer ging hij haar terugzien? Zou ze het door haar handelsdiploma
van lager secundair met een klein inkomen van bediende vijftien maanden lang
uithouden? Immers, zólang ging zijn legerdienst duren omdat hij als KRO wilde
slagen. Drie tot vijf maanden langer dan de kandidaat-reserveonderofficieren
en de soldaten. Waarom toch? Omdat hij weigerde het risico te lopen om in een
oorlog gecommandeerd te worden door iemand met minder verstand. En, hoewel
hij een optimist was, dat er een oorlog ging komen, dáár was hij zeker van.
Elk van zijn voorouders had zijn oorlog gehad. Waarom hij dan niet? Kijk
maar: nog maar pas was de wereld aan een atoomoorlog ontsnapt;
de vervloekte Fidel Castro, de communistische president van Cuba, had nog
maar drie jaar geleden bijna een derde wereldoorlog uitgelokt. Gans de
mensheid hield tijdens deze "Cubacrisis" zijn adem in! Het was
henry duidelijk geworden: het communisme was een moordmachine en breidde zich
als een donkerrode bloedvlek onrustwekkend uit over de wereldbol. De
communisten zouden vier keer meer mensen de dood injagen dan Napoleon en de
nazi's en de geallieerden tezamen!
EERSTE KENNISMAKING MET DE ZEEMACHT Op bevel van een onderofficier sprong hij in Brugge met enkele andere rekruten achterin een blauwe drietonner van de zeemacht, die hen vervolgens naar de marinebasis 'Luitenant-ter-zee Victor Billet' bracht, het opleidingscentrum en trainingskamp van de zeemacht in Sint-Kruis bij Brugge. De grote, vierkantige paviljoenskoer met wat groen rondom gaf henry geenszins het gevoel dat hij in een kazerne was aangekomen. Spoedig leerde hij de twee andere KRO-mariniers kennen met wie hij van zijn opleiding zou "genieten". Ze waren allebei pas afgestudeerd als licentiaat in de lichamelijke opvoeding, kortom: in turnen. De eerste was een Bruggeling, die al meteen liet verstaan dat ze in het onderwijs koortsachtig op hem zaten te wachten en dat hij de scholen, die smachtten om hem een leraarsstoel aan te bieden, niet op zijn twee handen kon optellen. |
||||||