- 222 - |
|||
|
|||
henry was het nog niet. Hij besefte dat de N2-tak de veiligheid nog niet honderd procent gegarandeerd had. Als schaakspeler wist hij dat je de tegenspeler moest doorzien, zijn gedachten moest doorgronden, zijn tegenzetten moest voorzien. Maar schaken was voor hem alleen maar een spel geweest, dat hij nu wegens tijdgebrek enkel nog beoefende tijdens het jaarlijks blitzkampioenschap in de oudste Gentse schaakclub, waarvan hij al sinds zijn jeugd lid was. Deze club was gesticht direct na de Tweede Wereldoorlog door zijn vader met de bedoeling de vriendschapsbanden te verstevigen en lag sinds enkele jaren in De Rotonde nabij het Citadelpark. In deze voorname taverne zag henry alzo telkens in mei een hoop vrienden terug en de schouderklopjes waren dan niet te tellen. Met deze herinnering in het achterhoofd wist henry dat het nu geen spel betrof, maar serieuze werkelijkheid. Door zijn deftige opvoeding had hij weinig benul van het slechte in zijn maatschappij. Ook waren er in die tijd nog maar weinig bandieten, die enkel kleine misdaden pleegden en enkel 's nachts opereerden. Maar in die enkele keren dat hij met de prostitutie in contact was gekomen, had hij reeds een voorsmaakje gekregen van de harde, onmenselijke mentaliteit van de onderwereld. -- Kom, Oswald, besloot hij, we gaan eens het wapenmagazijn bekijken. Daar zijn voorzeker enkele lacunes op te vullen. 'k Ben bezig met mijn 'Model 17'. 't Is juist het gepast moment om het noodzakelijk materieel voor de veiligheid van dat magazijn bij mijn jaarlijkse bestellingen te voegen. Hun controle wees inderdaad uit dat een reorganisatie nodig was en dat er camera's met de nodige transmissie moesten geďnstalleerd worden. Enkele maanden later vernamen Robyns en henry echter dat de camera's volgens de minister niet echt nodig werden geacht en dat het geld aan ander materieel werd besteed.
* * * * * * *
BEHEERDER VAN DE OFFICIERSMESS MET WARDROOM Tussendoor waren er ook de maandelijkse vergaderingen van het messcomité der officieren. De officiersgraden waren gegroepeerd en van elke groep zat in dit comité een democratisch verkozen afgevaardigde, die onder het drinken van een fris glas vanuit een lederen zetel zijn wensen aan henry kon meedelen. Die noteerde ze en gaf nadien de nodige richtlijnen aan de chefs. Deze waren zeer competent en hun koks en stewards behoorden tot de bekwaamste van het leger. De zeemacht was trouwens het enig krijgsmachtdeel, dat ervoor zorgde dat de gerekruteerde kelners uit de burgerij nog een aparte opleiding tot steward kregen. Dit gaf aan deze miliciens een meerwaarde na hun legerdienst. Het was dan ook niet te verwonderen dat de messes van de marine zeer gegeerd waren, inzonderheid voor de van rijke zeevruchten en andere spijzen voorziene feestelijke rijsttafels, dé specialiteit waarvoor de zeemacht zó gekend was. -- Hoe gaat het mannen? vroeg henry op een dag toen hij voor de zoveelste keer de keuken bezocht om eens poolshoogte te nemen. -- Eigenlijk niet al te goed, antwoordde de chef-kok. -- Wat is er mis? vroeg henry vol belangstelling. -- Er is een probleem met Norbert. |
|||