- 217 -

 

 

de instructies hun wapens voldoende beveiligd hadden achtergelaten en stuurde rapporten rond als dit niet het geval was. Ook tot zijn ongenoegen vernam henry op 4 november 1971 dat een nieuw tuchtreglement op initiatief van enkele ondeskundige politiekers in voege was getreden. Ze hadden zich zelfs gemoeid in details, zoals de lengte van de haarsnit. Die mocht vanaf dan langer zijn. Dit zette henry ertoe aan om in de marinebasis nog strenger op te treden om er de tucht in te houden.

Daartegenover haalde hij ten voordele van zijn basis enkele banden nauwer aan. Alzo zorgden zijn vriendschapsbanden met de kolonel van 5KDR ervoor dat de nodige veranderingen in het kwartier vlotter verliepen. Ook besloot hij maandelijks een bezoek te brengen aan de ZS2, de veiligheidsofficier op het hoogste echelon van de zeemacht.

-- Oswald, wat denkt ge als we eens maandelijks naar de ZS2 zouden gaan? polste henry.

-- Naar Dailly? vroeg Oswald met omhooggetrokken wenkbrauwen. Ja, waarom niet...

-- We passeren eerst alle drie bij de ZS2...

-- Alle drie? Wie gaat er nog mee?

-- Guido. Nadat ik u allebei en mezelf heb voorgesteld en we een klapke met hem hebben gedaan, zodat hij ons goed leert kennen, vertrekt gij met Guido naar SERG. Daar kunt ge de namen noteren van onze toekomstige matrozen die een veiligheidscertificaat moeten hebben. Daardoor wint ge veel tijd en zijn we zeker dat de veiligheidscertificaten tijdig bij hun eenheidscommandanten zullen terechtkomen. Ondertussen kan ik met de ZS2 enkele dingen bespreken.

-- Dat is een goed idee, luitenant, en hoe gaan we naar ginder gaan?

-- Ik zal rijden. 'k Pik u allebei op en breng u nadien terug. Als ge goesting hebt, trakteer ik u in Brussel of onderweg met enkele pinten.

-- Dat gaat nog plezant worden.

-- Zo moet dat zijn: plezant werken. En gij maakt telkens de nodige marsbevelen op. Goed?

 

Vanaf de eerste keer was het voor henry gemakkelijk om het bureau van de ZS2 te vinden. Dit lag immers naast dit van de gevreesde ZS1, waar henry al was geweest. Maar om bij de ZS2 binnen te geraken, dát was een ander paar mouwen. Daar werd immers de hoogste graad van beveiliging in acht genomen. Eenmaal binnen ging echter alles vlot. De commandant was een aardige, grote man met grijzende haren, blauwe ogen en een pijp in de mond. Toen henry zichzelf en zijn twee medewerkers had voorgesteld, veranderde het onderzoekend gelaat van de ZS2 in 'n één en al brede, beminnelijke glimlach, waardoor zijn wangen bolrood gingen staan.

-- Ah! Gíj zijt henry! En dat zijn uw acolieten! Aangename kennismaking, mannen. Sint-Kruis is de eerste basis die me een bezoek brengt. Dát moet ge meer doen.

-- Dat was ik ook van plan, commander. Om de twee maanden, tenminste als dat voor u goed is.

-- Dat hoor ik graag, knikte de ZS2. Dat vereenvoudigt onze samenwerking. Sommige richtlijnen die ik naar alle veiligheidsofficieren van de zeemacht doorstuur, kan ik dan eerst eens met u bespreken. Kwestie van de bestaande problemen in een basis op te snuiven. Maar 'k wil u eerst eens míjn twee acolieten voorstellen.