- 009 -

 

HOOFDSTUK  II
GROOTVADER  
CAMILLE

 

 

"Mijn schilderijen
zijn
internationale
brieven"

 

henry kende vier generaties soldatenleven. Het kleine België waarin hij leefde, werd door de eeuwen heen door vele landen bezet, en diende in de laatste eeuwen als bufferstaat tussen twee grootmachten, Frankrijk en Duitsland. Het werd hun slagveld. Overgrootvader Fernand bewaakte de Belgische grens tijdens de Duits-Franse oorlog in 1870-71,

waarin België nog gespaard bleef. Maar grootvader Camille had minder geluk. Hij vocht vier jaar in de Eerste Wereldoorlog, van 1914 tot 1918. En daarna volgde vader Edmond, die Nazi-Duitsland bevocht in de Tweede Wereldoorlog op allerlei manieren, te beginnen met de 18-daagse Veldtocht. En over officier-kunstschilder henry zelf zullen we het later hebben.

 

Wat voor man was je grootvader?

Hij was net zoals zijn voorouders. Vol dynamisme. Hij vocht onbaatzuchtig voor rechtvaardigheid. Tegen onrecht. Enkel voor goede doeleinden. Voor zijn medemens. Zulks vind je ook in mijn schilderijen terug. Mijn schilderijen zijn internationale brieven waarin ik de mensen iets meedeel. Mijn grootvader had lak aan groot gedoe. Titels wilde ook hij niet. Decoraties vlogen in zijn kasten. Hij gaf ze mij later, omdat ik zijn oudste petekind was. Ze staken allemaal in een sigarendoos...

 

Vertelde je grootvader Camille ook over zichzelf?

Ja. En dat kwam eigenlijk door mij. Ik had bijzonder veel respect voor wat hij had meegemaakt. Elke zaterdagnamiddag kwam ik als klein manneke bij mijn grootouders en vroeg hem er over te vertellen. Mijn grootmoeder Blondine zat ondertussen al breiende naar 'haar Belcanto' te luisteren, klassieke muziek die op een kolossale radio met grote knoppen werd uitgezonden.

 

Grootmoeder Blondine Theuns

 

Vanwaar dat brave mens haar voornaam Blondine heeft gekregen, begrijp ik nog niet. Want heur haar was zwart. Blondine was pikzwart. En ondertussen begon mijn peter met zijn verhaal. Over mijn familieleden van vervlogen tijden. Over een zinkend schip. Over zijn aanvallen met bajonet op 't geweer. Over zijn ontberingen in de 'Dodengang van Diksmuide'. Over zijn artilleriepaard. Ook vertelde hij hoe Vlaamse jongens benadeeld werden tegenover de Waalse in datzelfde Belgische leger. Hoe hij tegen allerlei onrecht opkwam en waarom hij zijn vele medailles kreeg.